Bijengif
Bijengif wordt door de bijen geproduceerd in de gifklier.
Bij het toebrengen van een steek wordt het gif via de angel in de wonde gebracht. Men heeft ontdekt dat de gifproductie ten nauwste verbonden is met het voorhanden zijn van pollen in de bijenvoeding. 'Bijengif is een afbraakproduct van polleneiwit. Niet iedere bij heeft een giftige angel: jonge bijen hebben nog geen gif en oude bijen nog maar weinig. Bijen die zijn opgegroeid zonder pollen, hebben geen giftige angels. Het gif wordt in de gifklier gevormd en in de gifblaas opgeslagen. Het druppeltje gif van een bij weegt 0,1 – 0,35 milligram. Als het opdroogt, blijft er circa 0,1 milligram droog gif over.
Fysische eigenschappen
Bijengif is een heldere vloeistof die bitter smaakt en zwak aromatisch ruikt. Bijengif heeft een soortelijk gewicht van 1,313 en is zwak zuur (pH 5,2).
Chemische eigenschappen
Het is chemisch gezien een zeer complexe stof. Het actieve bestanddeel is hoofdzakelijk samengesteld uit eiwitten. Verder komen er ook calcium, magnesium en fosfor in voor, evenals sporen van kalium, natrium en chloor.
Werking van bijengif
Bijengif heeft een veelzijdige werking op het menselijk organisme. - invloed op de bloedvoorziening van het weefsel en op de doorlaatbaarheid en de stofwisseling van de celmembramen ; - verwijding van de bloedvaten en daling van de bloedduk ; - invloed op het zenuwstelsel ; - gunstige invloed op reuma (bijengif stimuleert de vorming van cortison) ; - voorlopig niet bevestigd, is de eventuele invloed op kanker.
Wat doet bijengif?
1. Het heeft een beschermende werking bij dikke‑darmtumoren.
2. Het beïnvloedt de functie van t&b-cellen.
3. De weerstand tegen röntgenstralen neemt toe.
4. Het heeft een ontstekingsremmend effect (indirect).
5. Het heeft een postsynaptisch effect (direct) op zenuwgeleiding in ruggenmerg.
In Amerika is een jaar lang getest wat het effect van het gif is op MS. Hierover is een artikel verschenen in een tijdschrift over alternatieve geneeswijzen. Bij sommige patiënten trad een opvallende verbetering op; bij anderen was geen verbetering merkbaar en bij één patiënt namen de symptomen zelfs toe.