Bijensteek

Om zichzelf te verdedigen kunnen bijen steken. Een bij steekt als ze zich bedreigd voelt. In de buurt van de kast zal ze sneller steken dan tijdens haar tocht om nectar, stuifmeel of water te halen. Als de bij een ander insect steekt dan kan ze haar angel weer terugtrekken.

De fysieke reacties van het menselijk lichaam op het ingespoten bijengif kunnen grofweg worden onderverdeeld in drie groepen:

  • Iemand reageert niet na een steek en heeft nergens last van;
  • Er ontstaat plaatselijk een klein wit kringetje met een doorsnee van 1 centimeterm, daarna een grillig gevormde rode vlek, waarna een zwelling variërend in grootte van enkele centimeters tot een heel ledemaat.
    • Bij mensen die vaker worden gestoken worden deze reacties meestal steeds milder. Zij hebben dan inmiddels een verhoogd gehalte aan antistoffen in hun bloed.
  • Reacties die wijzen op een bijenallergie of mastocytose.

Bij meer dan 20 steken spreekt men over een toxische vergiftiging. Personen van boven de 50 hebben vaker last met ernstige gevolgen dan jongeren of kinderen.

De steekreactie van onze honingbij kan worden aangewakkerd door donkere kleuren, ruwe oppervlakken en beweging.

bijensteek_1.jpg

Indien een insect met een chitinehuid wordt gestoken dan kan de bij de angel gewoon weer terugtrekken. Na een bijensteek bij de mens zal de angel van de bij in de de huid achterblijven, en nog ca 3 - 10 minuten blijven werken om het gif uit de gifblaas te werken. Men kan dan het best met de nagel of een scherp voorwerp de angel er snel afschrapen. Dus nooit met de vingers of pincet de angel met gifblaas vastpakken omdat de gifblaas dan juist wordt leeggedrukt in de huid.

 

 Beschermingsmaatregelen

De imker probeert op verschillende manieren het steken van de bijen te voorkomen:

  •  Door het toedienen van rook.
  • Door het nemen van persoonlijke beschermden maatregelen zoals het dragen van een bijenkap en handschoenen.
    • In plaats van handschoenen smeren sommige imkers hun handen ook wel in met middelen die de menselijke lichaamsgeur maskeren[4].
  • Door te imkeren met bijen die minder steeklustig zijn (en daar in hun koninginnenteelt op te selecteren).
    • De verschillende ondersoorten van onze westerse honingbij verschillen o.a. ook in hun steeklustigheid. Veel bijenhouders imkeren daarom met carnica- of buckfastbijen.
  • Door rustig in de bijen te werken.
    • Veel imkers nemen vervolgens verder alleen persoonlijke beschermende maatregelen als ze bemerken dat er iets met een volk aan de hand is waardoor ze steeklustig zijn.

Bijengif (Latijn: Apium venenum) wordt geproduceerd in het angelapparaat van de werksterbijen en van de koningin. Darren steken niet en produceren dus ook geen bijengif.

Wil u meer informatie over bijengif; Klik dan hier.

button_drachtplantenvandehoningbij__1.jpg button_bestuiving_1.jpg button_bijengezondheid_1.jpg button_amerikaansvuilbroed_1.jpg

button_dehoningbij_1.jpg button_dekoningin_1.jpg button_dewerkbij_1.jpg button_dedar_1.jpg 

over_bijen_1.jpg  

 balk_home_2.jpg

 

Over Bijen Overzicht